1960
Bevrijdingsdag 1960.
Het verhaal van een vissende broer en zus aan de Zaan Door Ursulien van Berge-Bakkum
Vijftien jaar later. De Bevrijdingsdag van 1960 had voor mij en mijn broertje Jaap een akelig einde. In het politiebureau van Zaandam.
“Vijftien jaar geleden was de oorlog afgelopen. Mijn moeder had een nieuwe rok voor mij genaaid. Hij was wit met kleine rode en blauwe streepjes. Ik mocht voor een keer mijn zondagse schoenen aan met mijn korte witte sokjes. Om negen uur ’s morgens moesten we ons verzamelen in het Koogerpark. Daar stonden alle klassen van alle lagere scholen in Koog en Zaandijk in keurige rijen opgesteld bij de muziektent. Onze hoofdmeester, meester Van Dongen had zijn orgeltje meegenomen, een zesdeklasser bediende de blaasbalg. Het werd stil op het grasveld. ‘Hollands Vlag’ schalde door het park. Nog een paar liederen en tot slot het Wilhelmus. Er volgde een korte toespraak en toen was de aubade afgelopen.
’s Middags waren er kinderspelen, onder andere brand spuiten, daarna liep de fanfare van Simson door de straten met daarachter verklede kinderen op versierde fietsen. Daarna was het feest afgelopen. Mijn broer Jaap en ik liepen nog een rondje door het park, daar stonden twee verzetsstrijders doodstil bij het monument, dat was indrukwekkend.
‘Zullen we gaan vissen bij de molen,’ vroeg mijn broertje. We peuterden wat wurmen uit de grond. Jaap had alleen een hengel, ik mocht de emmer met wurmen dragen. We liepen naar de Zaan, daar was het heel stil. Molen de Kat was toen nog niet in gebruik. We gooiden de hengel te water vanaf de steiger.
Er stopte een brommer op de Kalverringdijk. Een man in een zwarte leren jas stapte af. Hij kwam bij ons zitten en begon te praten. Rare praatjes vond ik, over vrijen en seks. Jaap zat een beetje te ginnegappen.
Ineens zag ik dat hij zijn gulp open had, een grote druipende piemel kwam eruit. Hij vroeg hoe we dat vonden en of we dat wel eens hadden gezien. Gelukkig hoorden we het geluid van een brommer op het dijkje. De man stond razendsnel op, startte zijn brommer en vertrok. Wij renden naar huis.
Onze ouders waren woedend toen ze ons verhaal hoorden. Jaap zat voorop en ik zat achterop de brommer op weg naar het politiebureau. Daar werden we verhoord, ze hadden ook foto’s en boevenboeken, daar moesten we in kijken. We konden de man niet vinden.
Jaap en ik waren er stil van. We wisten niet dat er zoveel boeven in Zaandam waren en dat nog wel op Bevrijdingsdag.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!