1955

Deel 3: Een wandeling langs de kleine middenstand op de Krommenieërweg in Wormerveer anno 1955.

Het verhaal van Marian Frederiks
Door Heleen van Waarden

Voordat de Tweede Kruisstraat werd doorgetrokken naar de Westerweg stond op de hoek van de Krommeniërweg een vrij grote winkel. Ik heb vergeten hem te melden. Het was de tweedehands meubelzaak van de fam. Stam. De winkel had grote etalageruiten aan de kant van de Tweede Kruisstraat. Ik herinner me een kleine gezette man en ik meen ook dat hij meubels repareerde. Aan het einde van de jaren 50 werd de winkel gesloopt en is hij vertrokken naar een zijstraat van de Wandelweg in de buurt van de bioscoop Corso. Mijn eerste eetkamerstoelen heb ik later nog bij hem gekocht.

Een heel interessant stuk van de Krommeniërweg was vroeger het ‘Rooie dorp’. Op de plek waar nu het huidige Marktplein is, stonden in hofjesvorm, 16 kleine huizen met in het midden een waterpomp. Tot 1946 hadden de gezinnen, die in deze huizen woonden, geen waterleiding en moest men zich redden met die ene waterpomp in het midden. Toen dit in 1946 in het landelijke nieuws kwam, heeft de gemeente Wormerveer het veranderd. In 1969 is het ‘Rooie dorp’ gesloopt en zijn de oude stenen van de huizen gebruikt om de ruïne van Brederode in Santpoort te herstellen.

Wie bij bakkerij Jongens niet naar de Dronkemansbrug liep, maar de donkere smalle straat langs de winkel van Ten Broek in liep, kwam op het Krommeniërpad terecht. Op de hoek was het pad nog vrij breed, maar al heel snel verengde het zich tot een zeer smalle straat, inderdaad een pad. Van oudsher was dit de doorgaande verbinding van Krommenie naar de Zaan in Wormerveer. De huizen waren klein en gebouwd van hout. De gezinnen die er in woonden waren arm. Ik herinner mij, dat er vaak slecht geklede kinderen op de stoepen zaten met groene neuspegels op de bovenlip.

Aan de rechterkant was een café en halverwege aan de linkerkant een piepklein snoepwinkeltje van Betje. Betje had een grote bel aan de voordeur, die hard rinkelde als je binnenkwam. Betje liep helemaal krom. Ik denk, dat ze de ziekte van Bechterew had. Betje had de allerlekkerste zwart-op-wit; in de ogen van ons kinderen ‘de echte’. Deze lekkernij stond bij Betje in de winkel in een grote glazen pot boven op een hoge plank. Betje moest dan eerst een trap pakken en klom vervolgens met haar kromme rug omhoog om de pot te pakken. Met een dikke vinger vol donkerbruine zwart-op-wit liep je vervolgens naar huis.

Reacties

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *