1955

Operette voor kinderen in Krommenie.

Het verhaal van Marian Frederiks
Door Heleen van Waarden

Op zevenjarige leeftijd mocht ik van mijn ouders lid worden van de operettevereniging St. Cecilia in Krommenie. Deze operettevereniging was in 1952 voortgekomen uit de zangvereniging St. Cecilia, die al veel langer bestond.

‘Goudhaartje en de troubadour’

Naast de groep volwassenen was er ook een afdeling voor kinderen opgericht. Vooral de balletgroep die daarbij hoorde sprak mij heel erg aan. Op zaterdagmiddag reden mijn vriendinnetje en ik op de step vanuit Wormerveer over de Padlaan naar gebouw ‘De Roemer’ aan de Zuiderhoofdstraat in Krommenie. We hadden nog geen fiets; die kreeg je vroeger pas vaak als je een jaar of acht was. De Roemer staat er nog steeds, maar nu in bouwvallige toestand. Schuin daar tegenover was de bioscoop. Beneden was een winkel en we oefenden op de bovenverdieping. Via een deur aan het begin van Duinkerken en een lange trap naar boven kwam je in de grote zaal. Elke week betaalde je eerst links voorin bij een tafeltje je contributie.

Onder de enthousiaste en bezielende leiding van Eli Huyboom oefenden we het spel, de teksten en de liedjes. In mijn herinnering speelde Eli piano en dirigeerde hij ons ook. Op grote witte vellen papier schreef hij de teksten voor ons op. Bij het begin van elke nieuwe in te oefenen operette vertelde Eli in het kort het verhaal en deelde de hoofdrollen uit. Ik was nooit een van de uitverkorenen. Ik wilde dit ook beslist niet; was daar veel te verlegen voor en kon ook absoluut niet goed zingen. Mijn wens was om aan veel balletten mee te mogen doen. De eerste operette waar we voor oefenden was Sneeuwwitje. Daarna volgden er velen, zoals o.a. Doornroosje, Assepoester, de Sneeuwkoningin.

De kamermeisjes in het sprookje van Doornroosje

Op donderdagavond kwamen alle kinderen, die aan de balletten meededen opnieuw naar de Roemer. Dat was mijn fijnste avond van de week! Van zeven tot half negen waren we dan heel enthousiast bezig, eerst met oefeningen om onze spieren los te maken en daarna om de diverse dansjes in te studeren.

Elk najaar hadden we een uitvoering in de concertzaal aan de Zonnelaan. Jouw lichaamsmaten waren al lang opgemeten tijdens een repetitie en de kostuums, die je aan mocht trekken, hingen klaar in de kleedkamers. De uitvoeringen waren altijd op zondagmiddag. Al heel vroeg moest je daar zijn en werd je in volgorde van opkomst aangekleed en geschminkt.

De concertzaal zat altijd bomvol en in de pauze was er natuurlijk een tombola met prijzen.

 

 

Reacties

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *