1953

Waar ben ik aan begonnen?

Het verhaal van Dhr Baas
Door Piet van Berge

In september 2018 stelde de heer Baas de volgende vraag aan de conservator van het Zaans Museum: “Hebben jullie belangstelling voor een Bruynzeel hangkast uit 1950?”. Bij nader onderzoek bleek deze kast helaas niet in de collectie te passen. Deze kasten zijn tot eind 1950 gemaakt. De kast was van een mevrouw in Zaandam. Door gezondheidsproblemen moest zij verhuizen naar het Evean Erasmushuis. De heer Baas had de verzorging van deze vrouw op zich genomen, toen haar man enige jaren daarvoor overleed.

De heer Baas ging in oktober 1953 op 16-jarige leeftijd bij Bruynzeel Deurenfabriek werken. Met oog voor detail vervolgt de heer Baas:

“Kasten waren van spaanplaat. Alle houtkrullen van de deurenfabriek, keukenfabriek, kastenfabriek en schaverij werden verzameld. Deze werden gemengd met lijm en daarna samengeperst in een pers die verwarmd werd door een hoog frequent generator. Deze “Syntec” platen hadden een mooie oppervlakte afwerking. Men zaagde ze in onderdelen voor de fabricage van hang- en legkasten. Daaraan was een grote behoefte in de jaren 1950, de opbouwtijd van Nederland.”

Met passie vertelt de heer Baas verder: ”Toen ik 16 jaar was kon ik mijn draai niet vinden op de ULO school in Hoorn. Ik wilde wat anders. Voor een Ambachtsschool was ik te oud. Ik ben naar Bruynzeel gegaan om daar te werken en daar kon ik ook naar de Bedrijfsschool.”

“Mijn ouders woonden in Scharwoude. Dus ging ik in de kost in Zaandam. Bij een familie kon ik in huis komen. Het leverde hen geld op en bovendien stuurde mijn vader aan de familie eens in de drie weken een krat aardappelen”.

“Ik ben begonnen in het fineermagazijn. Al snel ging ik naar de afdeling eindbewerking. De deuren die door de deurenfabriek werden geproduceerd, moesten worden afgewerkt en ook op het uiterlijk gekeurd. Ik zat daar in het geraas van de fabriek. Waar ben ik aan begonnen? Ik wilde toch naar de Bedrijfsschool om opgeleid te worden tot gediplomeerd timmerman en tot machinaal houtbewerker. Het kwam goed. Het hoofd van de Bedrijfsmechanisatie vroeg mij op deze afdeling te komen werken. In eerste instantie voor het archiveren van tekeningen van gereedschap en documentatie en wat technisch tekenwerk. Het was voor mij een grote omslag, van fabriek naar kantoor. Dat beviel wel.”

“In mei 1956 ben ik in militaire dienst getreden en was vooralsnog mijn werkzame periode bij Bruynzeel beëindigd”.

Reacties

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *