Répondre
Se joindre à la discussion ?Vous êtes libre de contribuer !
1945
Het verhaal van Martin van den Berg Door Piet van Berge
In de familie Van den Berg sprak men niet over de verschrikkingen van de WOII. Alle kinderen waren zeer verbaasd, toen zij tijdens de verhuizing van hun vader naar Mennistenerf in 1970 een dagboek vonden. Martin van den Berg, de zoon, heeft dit dagboek in de originele schrijfwijze ingevoerd op de computer. Het bestrijkt de periode van 1 maart tot en met 13 augustus 1945.
Het katholieke gezin met 8 kinderen woonde in de Koning Williamstraat 23 in Zaandam.
Als je dit dagboek leest voel je de spanning van het gezin om te overleven: de honger, de angst en de zorg voor de kinderen. De impact was groot voor de familie ook nog lang na de oorlog. Zo mochten de kinderen vele jaren na de oorlog niet naar het “moffenland” op vakantie. Ook mochten de kinderen geen ijsjes kopen bij een ijscoman die van Duitse afkomst was.
De honger speelde continu een rol in het dagelijks leven: “s’ middags soep van de gaarkeuken, ze was nog slechter dan gisteren, het meeste weggegooid zoo dat we weer zonder eten van tafel opstonden”. Ook de kinderen gingen gebukt onder de slechte voeding, “Nel, Rie, Bertha en Coba krijgen sinds januari iedere middag een extra maaltijd van de noodorganisatie om ondervoeding tegen te gaan”.
Het gezin was vanaf december 1944 verstoken van gas. “Met het oog op het koken van aardappelen is alles van hout gesloopt: 4 oude stoelen, juwelen kistje, alles stuk gehakt om de aardappelen gaar te krijgen”. Toen er geen hout meer was zijn er boomstronken gerooid. “Ik heb op 8 augustus nog een boomstronk gerooid, de 17e. Ik hoop dat dit de laatste is”.
Op 5 mei “ging om half elf de eerste vlag de hoogte in bij Pieter Schoen”. Die dag waren er acties richting de “moffenmeiden”, een onderwerp wat anno 2018 actueel is vanwege de mogelijke excuses die moeten worden aangeboden: “verschillende meiden die met de moffen verkering hadden gehad worden kaal geknipt”.
Ondanks de bevrijding was de stemming onder de mensen slecht: “het kan wel op een burgeroorlog uitdraaien in het klein. De boel is vreselijk duur men kan niet alles meer koopen wat op de bonnen wordt verstrekt”.
Het dagboek eindigt op maandag 13 augustus: “s’ middags Moeder weg gebracht naar Amsterdam. Zij gaat naar Tante Bertha in Zandvoort. Haar gezondheid is slecht door ondervoeding. Haar kinderen gingen altijd voor met eten”.
Niet alle meiden waren moffen hoeren. Mijn vader en Joodse moeder hebben zo’n zogenaamde moffenmeid in huis gehad. Zij waren verliefd, hij is toch weer terug gegaan naar Duitsland. En geloof me dat er onder die knippers mensen zaten die geen poot hebben uitgestoken en zich voordeden als verzetsmensen. Vrouwen die deze schande niet verdienden, hoe durven ze zich zo te verlagen. Laf bekken waren het die dit deden. Deze vrouwen werden vernederd, en de menigte lachte er om.
Helemaal mee eens.