1958
Deel 5: Wonen aan de Zaan.
Het verhaal van Albert Zwart Door Heleen van Waarden
Mijn eigen schip.
Ja, dat had ik. De Groene Draak was een zeilschip getuigd als een schoener. Ik heb er geen foto van, maar wel een tekening. Het was geen echt schip, maar hij was toch wel (naar wat ik nu schat) 1,2 meter lang vanaf het roer tot aan het puntje van de boegspriet. Hij was heel zwaar, ik denk wel 10 of 15 kilo, vanwege de loden kiel en de massief eikenhouten romp. Hoe kwam ik aan dat schip? Ik had het gewonnen met een loterij, die werd gehouden op de jaarlijkse bazaar van de kerk. Het schip stond tijdens die bazaar te pronk op de preekstoel, een echte blikvanger. Ik had uiteraard ook een lootje gekocht.
Maar omdat het schip de eerste keer kennelijk nog niet voldoende had opgebracht, werd het jaar daarop een tweede ronde gehouden. Toen pas werd het lot getrokken uit alle lootjes die in 2 jaar waren verkocht. En ja, ik won de loterij.
De Groene Draak voer prachtig. Hij sloeg nooit om, al lag hij door de harde wind soms helemaal plat op het water, hij kwam altijd weer rechtop. Hij voer zo naar de overkant van de Zaan, dan trok je aan het touw dat aan het einde van de boegspriet vast zat en dan keerde het schip om (gijpen) en zeilde het terug. Probleem waren soms voorbijvarende schepen, die het touw kapot voeren. Dan moest je het schip ophalen van de overkant. En soms was mijn oudste broer de klos, want hij had als enige in ons gezin een zwemdiploma. En de Zaan was in die tijd echt smerig…
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!