1883

Van molen de Tarweakker tot zagerij de Bark.

Het verhaal van Wim Aten
Door Ursulien van Berge-Bakkum

Eerst even een blik in de geschiedenis.

“De paltrokmolen Tarweakker is in 1726 gebouwd als wagenschotzager. De molen stond in het Westzijderveld aan de Watering. In 1883 is de molen door zijn als voogd dienende oudere broer Willem Aten gekocht voor mijn toen nog net minderjarige grootvader Remmert Aten ten behoeve van zijn houthandel. In 1890 sloeg de bliksem in de molen, een roede, de vang en de weifelaar waren beschadigd. Mede dankzij het assurantiecontract is alles hersteld.

In 1891 kocht Remmert Aten de stoomzagerij de Bark in het Westzijderveld van de weduwe Middelhoven en verkocht de Tarweakker aan Peter de Lange.

De zagerij kwam tot grote bloei van 1908 tot 1912 door het zagen van zachthout en incourante maten. In 1922 werden 50.000 balken per jaar gezaagd. In de bloeitijd werkten er 23 mensen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog voelde de familie er niet voor om voor de Wehrmacht te werken. Zij zaagden op een laag pitje verder. Na de oorlog isde stoomketel afgekeurd en is overgegaan op elektra. Vooral bijzondere objecten verlieten de zagerij, bijvoorbeeld voor de inrichting van kerken en doelpalen.

Vanaf 1922 volgden Willem, Remmert jr. en later Bart Aten hun vader op. Omdat er steeds meer gezaagd hout uit Scandinavië kwam, ging het na de oorlog niet meer zo voorspoedig met de houtindustrie. Het aantal personeelsleden daalde in 1960 naar 10. Door de bouw van nieuwe woonwijken moest de Bark in 1970 naar een andere plek verhuizen. Dat leidde tot een liquidatie. In 1971 is de niet meer in gebruik zijnde fabriek door een brand verwoest.”

Van de voorvaderen van de Atens gaan nog steeds sterke verhalen rond in de familie.

  • Grootvader Remmert was behalve houtzager en handelaar ook kapitein van de schutterij en mede daardoor werd de familie bevriend met ander industriële families in de Zaanstreek, zoals bijv. de Honigs, Verkades, van de Stadten en Bruynzeels.
  • Als het hout te drogen lag kon hij met één hand een plank uit de stapel trekken.
  • Toen een jongen door het ijs zakte, slingerde hij hem eruit met zijn wandelstok.
  • Hij bakte wel eens pannenkoeken voor zijn personeel in het schuurtje op het terrein van de zagerij, daarbij gooide hij de baksels door de schoorsteen omhoog en ving ze omgekeerd buiten weer op.
  • Het personeel kon in de Hongerwinter afvalhout en sintels van de spoorrails op het terrein verzamelen. Rondom de zagerij werd turf gestoken. Er waren groentetuintjes voor de mensen. Oude stukken aandrijfriem gebruikte men voor schoenzolen.
  • In de kersttijd was er traditioneel een baarsfuif voor medewerkers van het Nut voor ’t Algemeen waar Bart Aten lid van was. De baarzen hiervoor werden in de loop van het seizoen bij elkaar gevist en verzameld in houten bun.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De huidige Mavo de Bark is gebouwd op de plek waar de zagerij stond.

Reacties

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *