2019

‘Voor hen die vielen. Als je dingen weet, ga je dingen zien’.

Het verhaal van Gerard Blees
Door Ursulien van Berge-Bakkum

“Ik heb zoveel verhalen over de oorlog gehoord, dat het soms lijkt of ik het allemaal zelf heb meegemaakt. In die tijd was ik nog een kleuter, bewust weet ik weinig. Ik was wel bang als er bombardementsvliegtuigen overvlogen, die beschoten werden door het luchtdoelgeschut van de Duitsers. Ook zag ik een keer een achtervolging op straat en werd er toen ik met een vriendje op straat liep vanuit vliegtuigen geschoten en werden wij door bewoners van de straat binnengehaald. Mijn vader ging op de fiets om voedsel bij de boeren te halen naar de Kop van Noord-Holland, die verhalen hoorde ik wel.

Na de oorlog werden mijn ouders, zoals velen in die tijd, lid van de CPN. Veel mensen van die partij die in het verzet zaten, zijn door de Duitsers opgepakt, gevangen gezet en afgevoerd naar concentratiekampen. Sommige verzetsmensen werden Nacht und Nebel gevangenen; mocht niemand weten wat er met hen gebeurde en waar ze waren. Mijn vader werkte bij Polak en Schwarz en heeft op de dag van de Februaristaking niet gewerkt. Men sprak tijdens de bezetting niet over de gebeurtenissen. Na de oorlog wel, door mensen uit het verzet en door mensen die vanuit het verzet of door vervolging uit de kampen terugkeerden. Doordat mijn vader links was heeft hem dat na de oorlog nog bijna zijn baan gekost.

Na de oorlog kwam Jan Brasser veel bij mijn ouders thuis. Van hem hoorde ik veel over de bezetting. Zijn naam in het verzet was Witte Ko. Op de crematie van Jan Brasser heb ik op verzoek van de familie een toespraak gehouden. Een aantal jaren terug kwam er uit verschillende kringen o.a. het voormalig verzet de wens om Jan Brasser op een of andere manier te vernoemen. De tunnel onder de spoorlijn tussen Krommenie en Assendelft heeft zijn naam gekregen. Ik ben blij, dat dit gelukt is.

Wij leven al bijna 70 jaar in vrede in ons land, terwijl overal op de wereld steeds brandhaarden ontstaan en verschrikkelijke dingen gebeuren. Laten we de hoop niet verliezen, dat het toch nog eens goed zal komen.

Begin jaren zeventig van de vorige eeuw vroeg men mij om lid te worden van het comité Hollands Vlag Koog aan de Zaan/Zaandijk. Dit werd later 4 mei comité Koog/Zaandijk. Eind jaren zeventig nam ik het voorzitterschap over van Cor Blom. Elk jaar hield ik op 4 mei de toespraak, totdat ik daar door gezondheidsproblemen in 1994 mee moest stoppen. Later in 2010 werd ik weer gevraagd om bij het comité te komen; ik ben toen als adviseur toegetreden.

In mijn toespraken probeerde ik altijd het verband te leggen tussen het verleden en het heden. Heel belangrijk is ook om de kinderen erbij te betrekken, zodat de verhalen uit het verleden bewaard blijven. Vorig jaar tijdens de dodenherdenking op 4 mei maakten de kinderen van de basisscholen in Koog/Zaandijk gedichten en tekeningen. Een mooie uitspraak toen was: ‘Als je dingen weet, ga je dingen zien.’ En zo is het.”

Reacties

1 reply
  1. R.boot
    R.boot says:

    Hallo Gerard

    Mooi dat jij zo bezig blijft met die verschrikkelijke periode, ík heb je naam wel eens gehoord. Je kent vast de naam van Annie Baars die sprak vaak met mij over haar vader.

    Hoop je eens te ontmoeten.
    Groet
    Rob

    Reply

Leave a Reply

Want to join the discussion?
Feel free to contribute!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *