1958

Deel 1: Piet Schornagel: Volgens mij heb ik niets bijzonders te vertellen; het was gewoon mijn werk bij Bruynzeel.

Het verhaal van Piet Schornagel
Door Ursulien van Berge-Bakkum

Werken in de fabriek, maar ook klussen bij de hoge heren thuis.
“Ik heb nog een tijdje gedacht, zal ik het nou wel door laten gaan, zo’n interview? Volgens mij heb ik niets bijzonders te vertellen; het was gewoon mijn werk Bij Bruynzeel. Ik heb er een paar spulletjes bij gezocht uit de tijd dat ik daar in dienst was.

Toen ik veertien jaar was, zat ik op de LTS in Haarlem. Mijn broer werkte bij de spoorwegen, ik dacht, dat wil ik ook wel. Helaas werd ik uitgeloot. Ik kon wel bij Bruynzeel terecht, dat was naast de Noritfabriek. Vanuit Haarlem goed bereikbaar, de trein stopte bij halte Hembrug; we konden zo het spoor oversteken, dat mocht toen nog.

Mijn carrière bij Bruynzeel: van duveltjes in planken timmeren naar de proeffabriek.
Samen met mijn ouders ging ik op gesprek. Op 30 september 1958 ben ik als machinaal houtbewerker begonnen. Het was een grote fabriek met een bedrijfsschool aan het Noordzeekanaal. Er was zelfs een sportveldje naast. We voetbalden in de pauze; Wim Prins was een echte watervoetballer. Soms moesten we de bal met een bootje uit het kanaal vissen.

Boven in de fabriek was mijn werkplek keuken-machinale. De hele dag duveltjes in planken met gaatjes timmeren. Geen boeiende klus, gelukkig mocht ik snel iets interessanters doen. Dat was keukenlaadjes in elkaar zetten. De Bruynzeelkeuken is er nog steeds met de deurtjes en de uittrekladen. De deurtjes en de uittrekladen waren zandkleurig; ik heb ze op een dag meegenomen naar de fabriek om ze grijs te laten spuiten.

Ik mocht na twee jaar naar een andere afdeling: de keuken-montage en weer twee jaar later naar de proeffabriek bij Peter Groot. Dat was nog veel leuker werk. Daarnaast deed ik klussen bij de hoge heren thuis, zoals bij Hartog aan de Westzanerdijk en in deftige villa’s in Bloemendaal. Bij Piet Zwart was ik kind aan huis. We hadden een klussie aan de Emmastraat in Zaandam en liepen met het benodigde hout op een trekkar door de stad. Dat was allemaal heel gewoon in die tijd.

Op één van de foto’s zit ik in een badkuip die we hadden ontworpen. Die heeft de productielijn niet bereikt.

Op de werf was meneer Groenewold de baas. Ik zocht geschikt hout om stoelen van te maken toen we gingen trouwen. ‘Dan moet je wengé hout nemen,’ zei hij. ‘Kijk daar ligt het, neem maar mee’.

Ik heb vijf oersterke stoelen gemaakt, hier staat er nog een.

Toen ik achttien was werd ik opgeroepen voor militaire dienst. Daarna kwam ik gewoon terug bij de baas. In totaal werkte ik, op een week na, 44 jaar bij Bruynzeel in Zaandam. Mijn hele werkzame leven en ik heb het daar erg naar mijn zin gehad”.

Lees verder: Deel 2: Piet Schornagel: Feestjes bij Bruynzeel.

Reacties

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *