1966
Deel 2: Ik wist niet wat ik zag in Amsterdam.
Het verhaal van Zouggar Raji Door Piet van Berge
Zouggar vervolgt zijn verhaal: “Tijdens mijn M.T.S. opleiding heb ik de eerste studentenopstand van 1965 meegemaakt. Er waren grote rellen uitgebroken, die vier dagen duurden. Hierbij zijn zeker honderd demonstranten gedood. Na de tweede dag heeft mijn vader mij opgesloten in huis. Hij was bang dat ik ook gedood zou worden. De Koning had de militairen opdracht gegeven om op iedereen te schieten, de kogels vlogen letterlijk om je oren”.
Een jaar later werd de studentenopstand herdacht. Bij deze herdenking zijn veel studenten opgepakt, waaronder vier studenten van zijn school. “Deze studenten zijn spoorloos verdwenen. Ik weet nog steeds niet wat er van hen is terechtgekomen. Ook tijdens deze herdenking ben ik vier dagen thuisgehouden door mijn vader”.
“Op 30 juni 1966 heb ik mijn M.T.S. diploma gehaald. Mijn vader vroeg me wat ik wilde hebben. Ik wilde een paspoort hebben, omdat ik graag vrienden en familie van mijn moeder wilde bezoeken in Europa. Ik had al de beslissing genomen om niet meer in Marokko te blijven wonen, mede door het harde ingrijpen van de militairen”.
Op 14 juli 1966 is Zouggar per schip vanuit de haven van Casablanca vertrokken richting Marseille. In Marseille heeft hij de trein genomen naar Parijs waar een vriend van hem woonde. Drie dagen later is hij met de trein van Parijs naar Amsterdam vertrokken.
“Amsterdam was voor mij een grote cultuuromslag. Ik wist niet wat ik zag. Overal stonden rare hippies gitaarmuziek te spelen met een sigaret in de mond en te flirten met meisjes op het Centraal Station. Dat was in Marokko echt taboe. Vrouwen die toen in Marokko rookten of voor mannen dansten waren cheikha of hoeren. Dat dit in Nederland heel anders was kon ik maar moeilijk bevatten. En van de Nederlandse taal begreep ik ook helemaal niets.
“Ik wilde in Amsterdam werken, maar de Amsterdamse Vreemdelingenpolitie gaf geen verblijfsvergunning meer aan buitenlanders. Ik ben toen teruggegaan naar het Centraal Station. Daar kwam ik een Marokkaanse man tegen die me meenam naar een pension waar hij ook verbleef.
De volgende ochtend bleek dat mijn geld, FRF 500, gestolen was. Alleen mijn paspoort lag nog onder het bed. Ik had nog maar ƒ5 over.
Via via hoorde ik, dat in Zaandam wel een verblijfsvergunning werd afgegeven. Ik ben de volgende dag met de trein naar Zaandam gegaan”.
Lees verder: Deel 3: Mijn eerste baan in Zaandam.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!