2017
Van houteiland tot wooneiland.
Het verhaal van Een groep Zaanse verhalers op de lancering van de Zaanse Verhalenbank op 18 november Door Ursulien van Berge-Bakkum
Tijdens de start van Zaanse Verhalenbank heb ik met een paar mensen gesproken over het Zaaneiland en de houthandel. Een van de mannen stond als 12-jarig jongetje heel vaak bij de sluis te kijken. Hoe de schepen er langzaam in voeren. Hoe de grote en kleine boten hun plek kregen, de sluisdeuren die langzaam dicht gingen. Het water dat steeg en daalde, afhankelijk van de richting die men voer, stroomafwaarts of stroomopwaarts. Hij vond het jammer, dat er geen grote zeeschepen meer de Zaan op gingen. Daarvoor moest hij een ommetje maken naar het Noordzeekanaal.
Het hele Zaaneiland draaide vroeger om hout. In het begin kwamen de balken in enorme houtvlotten (soms van 300 meter lang en 45 meter breed) via de Zuiderzee naar het IJ. Daar werden ze verdeeld in kleinere vlotten die hun weg vonden, onder andere, naar de honderden houtzaagmolens die op en rond het eiland hun werk deden. Het hout lag in het water en moest daar minstens twee jaar “wateren” om te voorkomen dat het krom trok.
Later waren de houtzaagmolens en zagerijen verdwenen en werd het hout gezaagd aangevoerd op schepen, bijvoorbeeld uit Scandinavië of Rusland.
Het eiland, wij noemden het William Pont, was een echt houteiland. Ik woonde achter de Zuiddijk. Op de Prins Hendrikkade stonden allemaal houtloodsen. Zulke hoge stapels hout dat ik er niet overheen kon kijken.
De fiets- en loopbrug naar het eiland is in 1959 gebouwd. Toen was ik nog niet geboren, door de brug was het eiland een soort schiereiland geworden. Aan de zuidpunt van het eiland was een pontje. In mijn tijd was dat al opgeheven.
Tien jaar later was het bestemmingsplan van het eiland gewijzigd van bedrijventerrein naar woonwijk. Dat had nogal wat voeten in aarde. Er waren veel vaargeulen gegraven naar alle bedrijven en die waren met van alles nog wat dicht gegooid. Het schoonmaken heeft uiteindelijk 24 miljoen gekost.
Maar nu is het een prachtige woonwijk geworden. Op het Zaaneiland hebben negen molens gestaan. In 1917 is daar de laatste molen verdwenen. De straten hebben de namen gekregen van de eilanden die op de houtroute lagen.
De mensen die ik sprak woonden niet zelf in die straten, maar zouden dat best wel willen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!