Een meeuw op de badmuts.

Zaandam 1944. Het Duitse leger is de baas in ons land. Oom Rem Aten zit stevig in het verzet. In vakgroep J werkt hij onder meer samen met Jan Buijs en Walraven van Hall. Op een slimme manier zamelen ze geld in ten behoeve van het Nationaal Steunfonds. Dit fonds zorgt er onder andere voor dat er geld beschikbaar is voor de verzetsorganisaties, onderduikers en spoorwegstakers.

Bij een bezoek aan de kapper in 1944 hoort Remmert, dat de Duitsers van plan zijn om de Hembrug op te blazen. Zo wordt het noorden van Nederland geïsoleerd. Er is al een springlading aangebracht in de middenpijler.

Aten zwemt bij polo- en zwemvereniging Neptunus, daar kent hij keeper Jaap Boll. Er wordt een plan gemaakt om de springlading te verwijderen, een risicovolle onderneming die in tweede instantie slaagt. Ze verwijderen vierhonderd pakketten dynamiet en komen behouden terug. Helaas ontdekken de Duitse wachtposten drijvend pakpapier in het Noordzeekanaal. Er wordt een nieuwe voorraad springstof neergelegd.

Aten bedenkt een nieuw plan, het moet mogelijk zijn om de ontsteking te verwijderen. Hij gaat op onderzoek uit. Om de bewakers te misleiden heeft hij een opgezette meeuw op zijn hoofd bevestigd met een slangetje naar zijn mond zodat hij onder water kan blijven ademen.

De middenpijler is echter afgezet met zware houten schotten, hij kan er dus niet bij. Remmert Aten is zwaar teleurgesteld dat ook deze poging mislukt.

Remmert Aten en Jan Bol in de Hembrug

Degene die er later voor zorgt dat de Hembrug niet wordt opgeblazen is de verzetsstrijdster Lies Schouten. Zij heeft goede contacten met een Duitse soldaat. Via hem kan ze bij de ontsteking komen en ze spuit met een injectiespuit water in de leidingen. Als de leidingen onder stroom komen, ontstaat er kortsluiting.

In de oorlogstijd hebben ook veel Joodse onderduikers bij de Atens gelogeerd. Zij vonden het vanzelfsprekend om zich te verzetten tegen de Duitse overheersing. Ook dochter Marion werkte hieraan mee.

In de Bark waarin het bedrijf van Aten gevestigd was, lagen wapens opgeslagen en verstopt die vanuit Engeland waren gedropt.

Na de oorlog heeft hij ook een belangrijke rol gespeeld bij het opsporen van landverraders.

In 1984 is Remmert Aten overleden.

De Hembrug waar hij zo voor gevochten heeft, is in 1974 aangevaren. Hij bleef daarna  een beetje krom. De Coentunnel is in gebruik genomen in 1983, toen was de brug overbodig. In 1985 werd hij alsnog opgeblazen.