1945

Deel 2: Oorlogsherinneringen: Iet Kiel.

Het verhaal van Iet Kiel
Door Heleen van Waarden

“Oom Klaas werd door de Duitsers meegenomen. De eerste keer, dat hij gepakt werd heeft haar vader hem bij de Hembrug uit de trein weten te krijgen. De tweede keer is hij op de Burcht opgepakt, met zo’n twintig andere mannen en met een vrachtschip naar Amsterdam gebracht.

Mijn moeder is daar de volgende dag nog heen gegaan om hem wat eten te brengen. Tevergeefs: ze waren al weg. Maanden later, in augustus 1942, kwam er een brief uit Leipzig, daar was hij te werk gesteld. De brief heeft ze nog, met een postzegel van Hitler erop.

Daarna is jaren niets van hem gehoord. Na de oorlog had haar moeder opeens het gevoel: “ik moet naar het station”. Uit de treinen kwamen geregeld mensen die terugkwamen uit Duitsland. Ze heeft er bijna de hele dag staan wachten en ja, in de namiddag zag ze haar broer. Wat een weerzien! Maar nooit heeft hij ook maar iets over zijn belevenissen daar verteld.

Haar moeder ging in de hongerwinter met de fiets richting Purmerend en probeerde van het land wat mee te nemen, bijvoorbeeld een beetje tarwe of wat groente. Een keer kwam een boze boer naar buiten om haar dat te beletten, maar een man die in de buurt liep nam het voor haar op: “laat die vrouw”. Later bleek , dat het een belangrijke communistische voorman was.

Eten haalde je ook in de gaarkeuken op de Burcht, alles op bonnen. Heel erg vond ze soep met brandnetels. Als klein kind had ze altijd al planten en bloemen gezocht en ze wilde dat onkruid niet eten, maar er was niets anders! Brandnetels eet ze nooit meer!

Haar vader werkte bij Pieter Schoen. In de loop van de oorlog, toen er nog gereisd kon worden, organiseerde het bedrijf vakanties voor de kinderen van werknemers. Die mochten dan logeren bij mensen aan de andere kant van het land, klanten van de fabriek. Stadskanaal, Almelo en Nederweert zijn plaatsen, die ze zich nog herinnert. Bijzonder was dat. In Nederweert lagen nog veel bommen en granaten achter de hekken en daar bloeiden juist de mooiste viooltjes die ze zo graag wou plukken.

Na de oorlog bleken haar broertje en haar vader TBC te hebben. Ze hebben allebei gekuurd in het Gooi, haar broer in de Friedmannstichting, haar vader in Zonnestraal in Hilversum. Toen hij terugkwam mocht hij de eerste drie maanden niet werken. Om zich niet te vervelen begon hij een vloerkleed te knopen. De wol was nog op de bon, iedere week kreeg je een ons wol, maar dat had hij al heel snel verwerkt”.

Het kleed heeft altijd in het ouderlijk huis gelegen en ligt nu als “museumstuk” in haar woonkamer.

Reacties

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *