1969
Een wereld zonder geld.
Het verhaal van Jan en Annie van den Ing Door Ursulien van Berge-Bakkum
Een straatje van zes tegels breed, met een naam van 25 letters; middenin is een bruggetje. Daar was in de Spaanse tijd een veldslag: “de slag om de Bakkersdam.” Op het landje daarnaast heeft de oude visserman, Willem Koel, gewoond. Jan en Annie van den Ing vertellen zijn verhaal.
“In 1936 kwam Willem hier wonen in een oud voetbalkeetje uit Alphen aan de Rijn, dat kwam aangevaren over de Zaan. Via de Haaldersbroekersluis werd het op de plek van bestemming gezet. Mijn opa kocht dit stuk grond van Manus Beets. De voorwaarde was wel, dat Willem Koel daar gratis mocht blijven wonen. Recht tegenover de toren van de Maria Magdalena kerk aan de overkant van het Weertje (de sloten hier omheen vormen in de winter de ijsbaan Sankt Moritz).
Het huisje waarin hij samen met zijn gehandicapte broer Cornelis woonde, was zeer primitief. Een houtkacheltje, geen elektra, een regenton en een plee buiten (een oude houten Engelse telefooncel). De kranten die hij bij de stoelgang gebruikte, spoelde hij uit in de sloot.
Op zolder stonden beroete lampenglazen en toen Willem een fout gemaakt had, vond hij er eentje met een vraagteken daarop. Hij was er vast van overtuigd, dat zijn God hem zo strafte.
De Amerikaanse windmolen aan de Nieuwvaart beheerde hij. Hij bemoeide zich overal mee. Men noemde hem daarom de burgemeester van het Haaldersbroek. Vissen was zijn lust en zijn leven. De visvereniging Esox had een vergunning in de Kalverpolder. Willem was bevriend met bemiddelde Zaankanters, zoals notaris Walich en veldwachter Gerrit Gravenstijn. Hij nodigde de vissers uit om bij hem te slapen, als ze er vroeg op uit gingen en uiteraard mochten ze allemaal hun boot bij hem stallen.
Willem geloofde in een wereld zonder geld. Hij deed klusjes in ruil voor eten en de dingen die hij en zijn broer nodig hadden om van te leven. Zo timmerde hij bijvoorbeeld een beschoeiing voor een appeltaart, hakte hout voor Betje Kramer omdat ze de was voor hem deed. Of hij kreeg een stapel pannenkoeken omdat hij ergens een hekje in elkaar zette.
Willem geloofde dat hij nooit dood zou gaan. Maar voor de zekerheid lag er op de vensterbank een zilveren rijksdaalder als hij te zijner tijd het huis uitgedragen moest worden. Op 3 november 1969, overleed een luisterrijke inwoner van het Haaldersbroek.”
Op 3 februari 1970 mocht ik van Annie en Jan het huisje Haaldersbroekerdwarsstraat 8A huren, daar heb ik jarenlang met veel plezier gewoond.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!