1944
Kerstmis in de Hongerwinter.
Het verhaal van Hans van de Stadt Door Ursulien van Berge-Bakkum
Hans van de Stadt zit vaak in het Molenmuseum achter de computer. Het kost me moeite om hem te vangen voor een verhaal. Druk, druk, druk! Deze keer is het me gelukt.
“Op ons blikfabriekkacheltje werd alles ‘gaargekookt’. Ook het ‘eten’ van de gaarkeuken op de Burcht, waarvoor mijn broer en ik bijna een uur in de rij moesten staan. Het kacheltje was een lelijk grijs geval met een deurtje en een asla onderin. Er konden drie pannen op staan. Ja, dat gaarkeukeneten; ondefinieerbare hutspot, fantasierijke hutspot, duivenbonensoep, suikerbietensalade. Al die gerechten hadden één ding gemeen: weinig voedingswaarde en niet te vreten!
Mijn verhaal gaat over de Hongerwinter van 1944-1945. Alle voedsel was op de bon, je mocht blij wezen als je nog iets op de bon kon krijgen. Nou ja, krijgen. Meestal moest er nog iets ‘zwarts’ bij.
Toen Kerstmis 1944 naderde was alles zo’n beetje op. Er was geen stroom meer, voor een schijntje licht moest je op een éénwielsfiets je rot trappen, of je behelpen met ‘drijvertjes’. Water was schaars en gas was afgesneden. Maar in de grote gashouder zat nog wel gas, had pa uitgevonden. Dus maakten we licht met een gaskousje. Het was bijna Kerstmis.
Vader had bedacht dat er, ondanks de schaarste, toch iets aparts op tafel moest komen. We hadden natuurlijk voor de zoveelste keer stoofaal of gerookte paling kunnen eten. En voor de zoveelste keer frambozenpudding toe. Maar pa had iets anders bedacht. Op een avond sloop hij de deur uit met een jute zak. En nog iets. ‘Ga je nog weg, pa?’ ‘Ja, ik moet nog even iets afmaken,’ mompelde hij, ‘voor die Duitse firma, weet je wel….’ Hij bleef een uurtje weg en kwam toen tevreden neuriënd de deur weer in.
Een dag later lag op het aanrecht een mooie bout en vader zei, dat die ons kerstmaal zou zijn.
‘Wat is het?’ vroegen wij.
‘Haas,’ zei mijn vader.
Had-ie zeker ergens met iemand geruild….
En inderdaad op eerste Kerstdag ging het wat kilgroene gaskousjeslicht aan en kwam de bout op tafel. Prachtig warmbruin glanzend. Op de antieke wit-porseleinen schaal van oma. We hebben er met z’n allen heerlijk van gesmikkeld.
Pas later heeft vader ons verteld wat er werkelijk gebeurd was en waarom de Duitsers hun mascotte, die dikke rooie kater, kwijt waren!
Zo zie je maar, honger maakt rauwe bonen zoet…en wat niet weet wat niet deert.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!