Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!
1950
Het verhaal van De Heer de Ronde in een interview met Wil Gabriel Door Ursulien van Berge-Bakkum
“Het was november 1947, ik solliciteerde bij Verkade als leerling tekenaar. Mijn oom, die chef was in het grondstoffenmagazijn, deed een goed woordje voor me. Zo ging dat bij Verkade. Voordat ik werd aangenomen kwamen ze op huisbezoek om te controleren of het goed zat in je relatie en zo. Tegenwoordig zou dat niet meer mogen, maar ik geloof, dat het nu ook wel eens nodig zou zijn.
Ik moet zeggen, het was een bewogen tijd, er was helemaal niks na de oorlog. IJzermateriaal was op de bon, als je iets moest maken ging je naar de oudijzerboer. Ik weet nog, dat ze een aandrijfmotortje hadden gemaakt voor de stekkerpaktafel met allemaal (oude) kettingen en tandwielen. Nou, dat heeft wel veertig jaar gedraaid!
Ik kwam bij de technische dienst en mijn eerste opdracht was: het verlengen van ovens. Er is toen een tunnel gemaakt, want voor nieuwbouw was er te weinig materiaal.
In 1950 startten we met uitbreiding van de beschuitfabriek. Er moest daar een nieuwe bakkerijinstallatie komen. Daarvoor moesten huizen worden ontruimd en dat was lastig, want heel veel personeel woonde bij Verkade in de buurt, zoals de machinist Helling, die verzette zich heftig dus zolang hij leefde, was er geen sprake van nieuwbouw.
Het gaf een hoop gedonder voor we de beschuit eindelijk op de juiste manier konden produceren. We maakten goeie beschuit van Amerikaans patentmeel in van die witte zakjes. En er gingen echt nog eieren in, eendeneieren.
De bakkersinstallatie mocht niet teveel herrie maken, want daarboven was het kantoor en dan was er nog gedoe over kleuren, hygiënevoorwaarden en het werd steeds moeilijker om personeel te krijgen.
En er was tweestrijd in de fabriek. De vraag was, moet de bediening boven of beneden. Ik zei, dat je boven een ruimtepak nodig zou hebben. Zij zeiden, dat ik duizend gulden zou krijgen als ik gelijk had. Ik heb hem wel geknepen, straks word ik ontslagen, dacht ik. Dat gebeurde niet, integendeel.
We pasten nieuwe technieken toe, perslucht of schakelventielen, dat was rond ‘55/’56. We stonden onder curatele van de gist- en spiritusfabriek. De installaties werkten volcontinu in drie ploegendienst, behalve in het weekend. Het volgende gedonder was met het dichtmaken van de beschuitrollen. Het werd kopseal, met een zegeltje erop, dat was echt luchtdicht.
Uiteindelijk liep de beschuitverkoop met 4% per jaar terug en is de productie geleidelijk afgebouwd door sanering. Maar er is nog steeds Verkade beschuit te koop.”
Machinist Helling was mijn opa, ik kan me het witte huis nog heel goed herinneren!
Mijn vader werkte in de beschuitfabriek, eens in de week haalde ik hem – samen met mijn zus – op, dan kreeg ik een warme beschuitbol!