Deel 3: De portefeuille van Natasja Groothuismink. Verhogen arbeidsparticipatie. Meer mogelijkheden voor alle Zaankanters.

“Een vrij grote groep Zaankanters maakt gebruik van een bijstandsuitkering, terwijl er economisch gezien voor iedereen een baan zou kunnen zijn. Dan kun je wel aan de werkgevers vragen: ‘Kom maar op met je kaartenbak.’ Zo werkt het niet echt. Werkgevers geven aan mij aan: wij hebben vacatures zat! Dus laat de mensen uit de bijstand maar komen.

De omstandigheden waaronder de mensen van de bijstand gebruik (moeten) maken is heel verschillend. Persoonlijke aandacht staat, wat mij betreft, op de allereerste plaats. In Zaanstad zijn we begonnen bij het verhaal van de bijstandsgerechtigde zelf. Wat is jouw situatie? Wat wil je en wat kun je? De nieuwe aanpak houdt in: de mensen oproepen en kijken wat er bij hen past. Lukt het ze om met training en begeleiding weer aan het werk te gaan.

In Poelenburg bijvoorbeeld is met veel mensen nog niet gesproken. We ervaren, dat een grote groep het wel prettig vindt om hun eigen verhaal te vertellen. Een vrouw vertelde: ‘Door omstandigheden ben ik er nu twaalf jaar uit, ik krijg nooit meer een baan.’ Zij kreeg bij Werkom een training arbeidsritme. Zij leerde stappen te zetten, terug te kijken en ze begon weer van het werk te genieten. En zo kon ze na zoveel tijd toch weer deelnemen aan het arbeidsproces. Zij leerde de goede stappen te zetten en zei op een gegeven moment: ‘Ik heb nu eindelijk weer weekend!’

Kom maar op met je kaartenbak, werkt gewoon niet altijd. Sommige banen zijn ingewikkeld. Er zijn mensen, die niet veertig uur kunnen werken. Ook werkgevers leren anders kijken naar het werk, banen opknippen en roosters maken. Zij leren om mensen op andere plekken in te zetten. Een baas organiseerde een baan voor twee autistische jongens. Hij was daar enthousiast over. Accepteerde gewoon, dat het soms niet helemaal goed lukte. Zo kan het.

Dat het wel of niet lukt, ligt niet alleen aan de mensen in de bijstand, maar ook aan de werkgevers. Het werkt als je genoeg aandacht aan de mensen geeft en samen het juiste traject kiest. We hebben ervaren, dat het goede gesprek het beste werkt. Er is een daling in de uitkeringen. Deze ambitie is dus gehaald. Begeleiders, wijkteam, job contact, UWV en Werkom werken echt meer samen. Dat is een mooie ontwikkeling.”