De Monets en Etiquette
Hoe heurt het?
Monet als Fransman een andere culturele achtergrond dan de Zaankanters die hij tegenkwam. Toch waren er heel wat mogelijkheden om contact te maken met de Zaanse families. Door de heersende etiquette aan te houden wisten Claude en Camille zich goed te redden tijdens hun 4 maanden in Zaandam. Hoe diende je te gedragen in het Zaandam van toen?
De Franse Taal in de Zaanstreek
De familie Monet sprak waarschijnlijk alleen in het Frans. Frans was lange tijd de taal van de elite, en om zaken in te doen binnen Europa. Zaankanters spraken daarom een mondje Frans. Ook verschillende borden, zoals de naam van Hotel De Beurs die als La Bourse op het naambord stond, werden in het Frans opgesteld.
Camille Monet gaf ook Franse conversatieles aan verschillende families, waarschijnlijk vooral aan de meisjes en vrouwen. Wellicht aten de Monets ook bij één van de Zaanse koopmansfamilies, maar vast ook in Hotel De Beurs.
Het is aannemelijk dat Monet contact legde met Zaankanters uit hogere kringen. Hij was van huis uit gewend om met mensen uit allerlei lagen van de bevolking om te gaan. Misschien wilde hij zijn schilderijen verkopen? In dat geval is het opvallend dat er niemand uit Zaandam ook maar één van zijn werken heeft gekocht.
Etiquette en Cartes de Visite
De 19de eeuw stond bol van de etiquette, waardoor er behoorlijk strikte gedragsregels golden. Het maakte de sociale omgang echt ook een stuk makkelijker als je ergens voor het eerst kwam. Je wist immers precies wat je aan moest trekken voor elke gelegenheid, en hoe je contact moest leggen via visitekaartjes.
Tegenwoordig is een visitekaartje vooral handig om jezelf te presenteren vanuit zakelijk oogpunt. Sommigen besteden er veel zorg aan, anderen minder. In vroegere tijden werd er veel meer aandacht aan besteed: Met name in de tweede helft van de 19de eeuw was het gebruik van visitekaartjes op zijn hoogtepunt. Koningin Victoria en keizer Wilhelm II waren erg gecharmeerd van het gebruik van visitekaartjes en droegen zo bij aan de verspreiding ervan. Tot begin 20ste eeuw waren er strenge gebruiken en regels rondom het gebruik van visitekaartjes.
Een ‘visite’ was niet alleen voor de gezelligheid maar ook om sociale relaties te versterken. Een visite duurde maar kort, rond de 15 minuten, en vond meestal plaats in de ochtend. Om je bezoek aan te kondigen gaf je een visitekaartje af bij aankomst, of als er niemand thuis was.
De visitekaartjes nam je mee in een mooie houder. Dames droegen deze aan hun chatelaine of in hun tas, terwijl heren de visitekaarthouder in de zak van hun jas wegstopten. Visitekaartjes met foto’s werden vaak ook gespaard in albums, die als een koffietafelboek werden getoond aan andere gasten.
Handschoenen en Hoge Hoeden
Een heer die een dame begroette kon haar een hand geven, maar dan moest hij wel eerst zijn rechterhandschoen uit doen voordat hij haar een hand gaf. De dame hield haar handschoenen aan. Binnen deed een heer zijn hoed af en zijn handschoenen uit, terwijl een dame haar handschoenen aan en haar hoed op mocht laten. Bij het eten deed ze wel haar handschoenen uit.
De handschoenen pasten bij de kleding qua kleur en materiaal. Ze hoefden dus niet altijd wit te zijn. Overdag droegen mannen en vrouwen korte handschoenen tot aan de pols. Bij de heren bleef dit ook voor avondhandschoenen het geval, terwijl dames bij een avondjapon langere handschoenen droegen.
Niemand ging vroeger de deur uit zonder hoofdbedekking. Zowel mannen als vrouwen droegen buitenshuis vrijwel altijd iets op hun hoofd: een hoed, een pet of een muts. Hoeden waren voor heren, petten voor mannen.
Voor mannen golden andere regels dan voor vrouwen. Een heer tilde zijn hoed op bij het groeten van een dame of een hogergeplaatste heer. Binnenshuis werd de hoed afgezet. Een dame hield haar hoed juist op, op elke plek behalve haar eigen huis.