Ik hou van Monet, vooral zijn waterlelies

Het is een warme zondagmiddag in juni. Over vijf kwartier zal de wandeling van de Monetvrienden starten. Een bekende figuur loopt voorzichtig over de loopbrug naar het atelier. Dat is Aart van der Vliert uit Huizen. Hij is vroeg vandaag, dan heb ik tijd om een Zaans verhaal van hem te horen.

“Ik hou van Monet, mijn hele leven al, vooral van zijn waterlelies. Mijn geboorteplaats is Oosterbeek. Daar is in 1860 een schilderkolonie gestart met behulp van de Haagse School voor Impressionisten. De voorlopers van de Impressionisten hebben ooit hun start gemaakt in Barbizon onder Parijs. In Wolfheze bij Oosterbeek stichtten de zogenaamde ‘nalopers’ Het Hollandse Barbizon. Er waren veel kunstschilders aan de Veluwezoom, een prachtige omgeving om buiten te schilderen. Ik kan wel een paar beroemde namen noemen: Israël, Maris, Weissenbruch en ook Herman Romeijn, Van Ingen, Anton Markus en Johannes Bernardus Wilders. Zijn zoon Gerard maakte echte topstukken. Hij is helaas vroeg overleden. Mijn vader sloot zich in 1900 bij de groep aan, toen bestond ik nog niet.

Later deed ik ook mee en maakte wel eens een schilderijtje tussen 1970 en 2010. Ik liet me inspireren door de prachtige lichtval bij Etretat aan de kust van Normandië. Van beroep ben ik werktuigbouwkundige bij de KEMA in Arnhem. Op schildergebied amateur en autodidact; mijn adviezen kreeg ik van een raadgever via de schildersschool. Hij beoordeelde mijn werk op kleur, compositie en techniek. Via mijn vrouw Mieneke kwam ik in Huizen terecht; samen maakten we fiets- en wandeltochten in de natuur, met een voorliefde voor alle plekken waar Monet schilderde. Ik had contacten met Euro-arts in Doorwerth, Ter Vuure in België, Kroonberg in Duitsland en natuurlijk Barbizon in Frankrijk en Wolfheze.

Mieneke is nu opgenomen in Amsterdam vanwege dementie. Ze heeft daar vrede mee; kan zich niet meer uiten, maar herkent nog veel dingen van vroeger. Ze is lief en betrokken en ik merk, dat andere cliënten haar waarderen. Bij een bezoek aan de Zaanse Schans, bezichtigde ik het Zaans Museum en toen zag ik daar het Monetschilderij van de Voorzaan en de Westerhem. En zo ben ik verzeild geraakt in het Monetatelier.

Ik heb veel boeken van Monet, die heb ik aangeboden aan het Van Gogh museum toen ze daar een Monet tentoonstelling hadden. En ook hier in het atelier staan een paar boeken uit mijn verzameling. Alweer drie jaar ben ik vriend van het Monetatelier; de mensen zijn aardig. Ik vind het leuk om op zondag met de trein naar Zaandam te gaan om heerlijk in het atelier naar de schilderijen te kijken”.