1968
Ad Remigius: wetenschappelijk analist bij Verkade.
Het verhaal van Ad Remigius, verteld in een interview met Wil Gabriel Door Ursulien van Berge-Bakkum
Ik zie nog de lift neergaan, een explosie en grote stofwolken, een magnifiek gezicht.
“In 1940 ben ik geboren en in 1968 begon ik bij Verkade. Ik reageerde op een advertentie. Dat was nog heel indrukwekkend voor mij, want ik was helemaal niet zo wetenschappelijk geschoold. Mijn taak was om speciale analyses uit te voeren, die nog niet op het lab ingevoerd waren.
Vanuit daar ben ik via het analytisch lab verdergegaan ter ondersteuning van de technologische afdeling. Daarna kwam ik terecht in een administratieve functie van warenwetgeving en ondersteuning van de productontwikkeling. Dat heb ik tot 1996 volgehouden.
In die tijd bij Verkade vond ik het al heel bijzonder, dat er een elektronische afdeling was. Ik vroeg me telkens af; waarom zijn die elektronische jongens daar? Maar dat bleek dus, omdat instrumenten zelf gemaakt werden. In mijn ogen konden die gekocht worden toentertijd in 1968, maar men bleef nog steeds nieuwe instrumenten ontwikkelen, specifiek voor de Verkade applicaties.
We hebben heel veel dingen onderzocht en verbeterd zowel in het oude als in het nieuwe lab. Bijvoorbeeld het onderzoek naar het zoet in beschuit, dat werd gemaakt op een zoldertje in een kookketel en het ging in vaten over de Westzijde.
Het eerste lab in de waxinefabriek was verbouwd. In de loop van het jaar is de waxinefabriek vernieuwd; daaraan vast is een nieuw laboratorium gecreëerd. Het hele gebouw is gesloopt. Ik zie nog hoe de lift neerging, met een explosie en grote stofwolken, een magnifiek gezicht.
Toen zaten we dus in het nieuwe gebouw. We gingen ook uit het oude gebouw in de beschuitfabriek. Er kwam een reorganisatie. Productontwikkelaars uit andere regio’s kwamen erbij. En onze cacaobrander ging naar het museum. In die hal testten we machines of ze functioneel waren voor de fabriek.
Er werd veel onderzoek gedaan, onder andere voor Den Bosch. Onderzoek naar crèmes tussen de wafels om zowel het bakken als vullen in lijn te krijgen. We hebben daarvoor diverse apparaten in huis gehad uit Engeland en Denemarken.
Naast het werk maakten we andere dingen mee. Na het werk schoonmaken. De dames poetsten het glaswerk. Op een normaal lab had je die service niet. En we hadden Alice natuurlijk. Als ze zong, klonk dat als muziek in je oren.
Dat waren goede herinneringen. Onze jubileumvieringen waren geweldig. Frans Boon was onze tekenaar. Zijn bijnaam was Pet Boen. In die tijd zat hij altijd op het lab te schetsen. Hij maakte karikatuurtjes van ons allemaal, hoe hij ons zag. Hij tekende hoe hij Verkade zag op zijn ziekbed. Arm eraf, been eraf en een dikke meneer met dollarzakje op zijn rug bracht hem naar de operatiekamer. Dat was zijn beeld van Verkade.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!