1975
De lange adem van de 182 ‘Kerk-Marokkanen’.
Het verhaal van Gerard Blees Door Ursulien van Berge-Bakkum
“Mijn ouders waren trouwe leden van de CPN (Communistische Partij van Nederland) en zo raakte ik daar actief bij betrokken, eerst via de jongerenorganisatie. Ik deed o.a. mee aan vredesacties; later zat ik in de Gemeenteraad van Koog aan de Zaan en in de Wijkraad Koog/Zaandijk en was ik medewerker van de Tweedekamerfractie van de partij.
In 1975 kwam ik in contact met de ‘Kerk-Marokkanen.’ Het lijkt of de geschiedenis zich herhaalt, nu is men bezig met het kinderpardon. Toen was er het regularisatiebesluit, het illegale verblijf van buitenlandse gastarbeiders moest worden gelegaliseerd.
Voor een groep Marokkanen was het vrijwel onmogelijk om aan een verblijfsvergunning te komen. Na een solidariteitsactie besloot een groep van 182 arbeiders in hongerstaking te gaan in de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam. De hongerstakers wilden een generaal pardon; geen razzia’s, geen uitwijzingen en vooral een einde aan de acties van de Amicales. Dat was de Marokkaanse politieke terreur. Het standpunt van de 182 was: ‘We zijn samen aan deze strijd begonnen en willen deze samen uitvechten tot het bittere eind.’
Samen met andere progressieve partijen, de PSP en de PPR en de kerken hebben wij ons voor de ‘Kerk-Marokkanen’ ingezet. Zelfs koningin Juliana heeft aan minister-president Van Agt bijzondere aandacht gevraagd voor deze groep. Uiteindelijk kregen ze in 1978 alsnog een verblijfsvergunning.
In Amsterdam werkte ik later bij de Sociale Dienst, daar hielp ik onder andere Marokkaanse gezinnen met allerlei papierwerk. En ik kwam via de gemeenteraad in contact met de Marokkaanse Moskee Sounnat in Zaandijk.
Op de dag van de aanslagen op 11 september 2001 was toevallig een bespreking gepland over de positie van de jeugd in Zaanstad. De agenda is toen omgegooid. En dat was ook zo in 2004 na de moord op Theo van Gogh. De Marokkaanse gemeenschap hier keert zich duidelijk tegen iedere vorm van extremisme.
Ik ben in de loop van de tijd intermediair geworden tussen de gemeente en de moskee en ook vertrouwenspersoon voor veel Marokkaanse gezinnen. Ze stellen me vragen over de meest uiteenlopende onderwerpen en ik probeer ze zo goed mogelijk te helpen. We leerden elkaar goed kennen en waarderen.
Ik bezocht hun families in Marokko en mijn huis staat open voor mijn Marokkaanse vrienden en hun kinderen.
We zijn op de goede weg, na vijftig jaar migratie in Nederland. Natuurlijk zijn we er nog lang niet. We moeten af en toe onze fluwelen handschoenen aantrekken, maar als we allemaal ons best doen, kan ik voorzichtig stellen dat het wel goed komt.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!