1940
Een loon van vijf gulden per week.
Het verhaal van Geertje Welboren Door Ursulien van Berge-Bakkum
Ze is bijna 99 jaar oud en regelt het liefst haar eigen leven, dat deed ze vroeger immers ook altijd.
“Mijn tweede moeder Neeltje, had een comestibleswinkeltje in Beverwijk, maar toen de oorlog was uitgebroken in 1940 werd de situatie voor haar onhoudbaar. Opa Meijer haalde zijn dochter met háár kinderen naar zijn boerderij in Wormer, maar voor mij was daar geen plaats. Mijn opa was onvermurwbaar en moeder Neeltje had daar veel verdriet van.
Ik moest werk zoeken en zette een advertentie in het katholieke weekblad. Biedt zich aan: Een net katholiek meisje voor dag en nacht. Zo kwam ik terecht bij de melkboer Jan de Jong, hij had samen met zijn vrouw Johanna een kruidenierswinkel aan de Breestraat in Koog aan de Zaan. Ze hadden drie zoons en terwijl ik daar werkte, kregen ze nog twee zoons en een dochter.
In de winkel was nog niets verpakt, alle spullen lagen los in de laden, alles werd gewogen en in vetvrij papier of zakjes gestopt.
Ik deed alle klussen die ik thuis gewend was in het huishouden en in de winkel. Om 7 uur ’s morgens begon ik met het zorgen voor de kinderen. Het was best een drukke baan, vooral toen er steeds meer kinderen kwamen. Johanna was streng, maar rechtvaardig, zei ze altijd. Als de kinderen hun eten niet opaten schepte moeder het toetje er gewoon.
Ik werkte de hele dag tot alles klaar was, dat was meestal ’s avonds om 9 uur en dan moest ik naar bed. Op zondagmiddag had ik vrij en dan ging ik naar mijn familie in Wormer. Ik had een eigen kamertje op zolder en verdiende 5 gulden in de week. Ik heb daar 7 jaar gewerkt, maar in die tijd nooit opslag gekregen, toch had ik altijd geld genoeg. In de oorlog heb ik geen honger gehad omdat er voldoende eten in de zaak was.
Mijn man Cor heb ik in de winkel leren kennen, hij was de broer van Johanna. Het enige plekje waar we samen konden zijn was in de keuken als we koffie moesten zetten, dan kookte de melk altijd over. Omdat het oorlog was, moest Cor voor spertijd, 20.00 uur, binnen zijn. Hij ging dan op sokken naar huis. We zijn pas na de oorlog getrouwd, op de koudste dag van het jaar, op 21 januari 1947. Mijn man is 14 jaar geleden overleden en ik mis hem nog steeds.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!