1995

Hindemith, Rilke en Saenredam in Zaandijk.

Het verhaal van Ton Olsthoorn
Door Ton Olsthoorn

Op het Saenredamcollege had je elk jaar een avond waarop leerlingen op het podium hun talenten konden laten zien. Ik genoot van het veelal hoge niveau wat er vaak al jong “in zat”. Ook docenten konden hun talenten etaleren. Die leken dat merkwaardigerwijs veelal minder ontspannen te doen dan hun pupillen.

Met zo’n talentenavond in zicht stelde mijn collega Berend mij voor om samen óók iets te doen. “Weet je wat we doen” zei hij gnuivend van plezier, “we zeggen, dat we de wereldpremière doen van een pas ontdekt lied van Hindemith op een gedicht van Rilke”. Ik hield destijds – en nog steeds wel –  van een gekkigheidje en deed graag met Berend mee.

Op de dag van ons voorgenomen recital trokken wij ons in de namiddag terug bij mij thuis. Berend had van Rilke het gedicht “Herbst” uitgeschreven, steeds een tussenregel blanco latend. We bogen ons over die tekst en noteerden welke gemoedgesteldheden tot uitdrukking gebracht moesten worden: melancholie, verdriet, opgetogenheid, berusting etc.

Door het uit te proberen moesten we  een taakverdeling bepalen. Eerst zong ik en speelde Berend piano en daarna andersom. Mijn vrouw vond dat Berend beter de zangpartij kon nemen. “Hij heeft een geschooldere en diepere stem”. Innerlijk mokkend voegde ik mij naar haar advies. We waren het erover eens, dat een extra oefening ons optreden niet ten goede zou komen. Ook was al eerder bepaald, dat een zwart kostuum onze geloofwaardig beslist ten goede zou komen.

En zo stonden we diezelfde avond op het podium. Berend, klein van postuur maar groot van ponteur, introduceerde ons nummer in welsprekendheid. Hij maakte gewag van onze eigen gespannenheid bij deze wereldpremière. Hij waarschuwde voor rare muzikale wendingen en verzocht om geconcentreerd luistergedrag.

Een toen gingen we los! “Ad random” timmerde ik bovenmatig energiek  op de piano, het hele toetsenbord benuttend. Berend deed met zijn gekke vocale exercities beslist niet voor mij onder. We waren perfecte “partners in crime”. Een daverend applaus was ons deel. Met de spanning nog in ons lijf namen we dat dankbaar en ook opgelucht buigend in ontvangst.

Na afloop van de avond zei een collega: “Goh Ton, geweldig! Ik wist niet dat je zo goed piano kon spelen”. Onze muziek-collega zei zelfs: “dat was geweldig jongens! Maar ja, je weet, met Hindemith kun je me altijd blij maken”.

Het gedicht vind ik nog steeds mooi.

Gedicht Rilke, Zaanse Verhalenbank

Gedicht Rainer Maria Rilke

Reacties

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *