1937

Deel 1: Geboren als dwarsligger

Het verhaal van Wim Nieuwenhuyse
Door Ursulien van Berge-Bakkum

Wim Nieuwenhuyse: “Sommige mensen die het programma bekeken, zeiden: ‘Wat ben je vaak in beeld.’ Ikzelf dacht: ‘Ik zag in het programma maar een fractie van alles wat ik verteld heb, maar het is toch een samenhangend verhaal geworden.’

Het waren mooie beelden uit die tijd. Drommen arbeiders op de Wilhelminabrug onderweg naar de fabrieken op het Eiland en in de Oostzijde. Maar ook in Krommenie over de Noorder- en Zuiderhoofdstraat aan de Vaart. We aten warm tussen de middag, dus om twaalf uur ging de hele stoet weer heen en terug, stampend op hun hutten (klompen). Mijn ouders waren actief lid van de CPN, zoals heel veel arbeiders in Krommenie.

In de vijftiger jaren, van de koude oorlog, woonden we in Zaandam. Ik zat op school in Stationsstraat. Er waren niet zoveel communisten op school en we kregen dus af en toe de volle laag van onze klasgenoten. Onze familie is flink gediscrimineerd.
Mijn vader was in 1938 al bezig met het onderbrengen van Joden in Zaandam, dat waren ze zogenaamd vergeten. En voor mijn ouders begon de koude oorlog eigenlijk al in 1943-1944. Toen was er al een lijst van mensen die na de oorlog gearresteerd moesten worden. In die tijd werden ze al in de gaten gehouden.

Omdat hij ‘De Waarheid’ las, kreeg mijn vader ontslag. Later werkte hij in de bouw. In de bouw werkte je altijd met twee man, één van zijn kameraden nam hem mee en zo leerde hij het vak. Men beoordeelde je op je prestaties. Daar keken ze het eerst naar. Ondertussen kon hij dan ook andere zaken aan de orde stellen.
Ik wilde graag machinist worden en vroeg een stage aan bij Werkspoor. Daar werd ik afgewezen vanwege mijn afkomst en omdat vader communist was. Maar ik ben nooit gaan varen, de hiërarchie aan boord van zo’n schip was mij veel te strak. Eigenlijk speelde dat zo mijn hele verdere leven. Ik kon daar niet tegen, ging er dwars tegenin. Vaak zeiden mijn ouders: ‘Je bent al geboren als dwarsligger en dat zal je altijd blijven.’
In het jaar van mijn geboorte woonden ze in Oostzaan en voor de bevalling was een plek gereserveerd in het verpleeghuis daar. Maar omdat ik een dwarsligger was, moest ik naar het ziekenhuis in de Frans Halsstraat in Zaandam. Dus een Zaandammer in plaats van een Oostzaner.”

Lees verder: Deel 2: Op de bres tegen wantoestanden.

Reacties

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *