1995

Deel 4: Van de Hollandse Zaan naar de Korana in Kroatië.

Het verhaal van Jannie Rapaic-Jonker
Door Ursulien van Berge-Bakkum

Na haar vlucht uit Joegoslavië belandt Jannie Rapaic-Jonker toch nog in het asielzoekerscentrum. Niet als vluchteling maar als werkneemster.

“Na een drukke dag op mijn school in Velsen hoorde ik de brievenbus klepperen. Een brief met daarop de stempel van het COA. Nieuwsgierig scheurde ik hem open, ik was toch geen echte asielzoeker, meer een repatriant.

In de Ripperda Kazerne in Haarlem waar een asielzoekerscentrum gevestigd was, kwam een groep Bosniërs aan. Of ik les wilde geven op het schooltje dat ze hadden ingericht. Ik hoefde niet lang na te denken. In mijn beginjaren in Joegoslavië had ik ervaren hoe je je voelt in een vreemd land, terwijl je de taal niet spreekt. En uit eigen ervaring wist ik hoe het is om uit je land weg te vluchten.

Ik kon de kinderen goed opvangen, omdat ik hun taal beheerste. Hun ouders namen me in vertrouwen. Ze konden de verschrikkelijke dingen vertellen die ze hadden meegemaakt.

Toen de Ripperda Kazerne dicht ging, opende het asielzoekerscentrum in Assendelft. Een paar jaar lang hebben op de plek waar Saendelft werd gebouwd, enorme witte tenten gestaan. In kleine kamertjes met katoenen wandjes waren gezinnen ondergebracht. Telkens ging er een steek door mijn hart als ik er rondliep. De school was in een vervallen gebouwtje. Ik kreeg een kleutergroep. En weer maakte ik volop gebruik van mijn muziekhobby. Er stond een oude piano in de speelzaal. Met de kinderen heb ik heel veel gezongen en gedanst. Dat had duidelijk een positief effect.

In eerste instantie ging men ervan uit, dat de meeste vluchtelingen terug zouden gaan naar hun eigen land. Aan de beheersing van de Nederlandse taal werd dus niet veel aandacht besteed. Later veranderde dat, er kwamen ook andere groepen asielzoekers binnen. Soms moesten we naar Schiphol en kwamen we terug met een groep van vijftig mensen, van verschillende nationaliteiten. Les geven met handen en voeten en veel improvisatie. Het was zwaar en dankbaar werk. Met een paar oud-leerlingen heb ik nog steeds contact. Bij mezelf merkte ik soms, dat mijn ervaring als vluchteling me beklemde. Ik was bijvoorbeeld erg gesteld op mijn vaste plek aan de teamtafel en werd paniekerig als die bezet was.

Na een paar jaar sloot het centrum in Assendelft. Ik kreeg een baan in het onderwijs in Saendelft. Weer een grote overgang van minstens tien verschillende talen en nationaliteiten naar een klas vol Zaankanters”.

Lees verder: Deel 5: Van de Hollandse Zaan naar de Korana in Kroatië.

Reacties

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *