1940-1945

Deel 1: Een gedwongen verhuizing naar Wormer.

Het verhaal van Ina welboren
Door Ursulien van Berge-Bakkum

“In 1939, nadat mijn vader was overleden, verhuisden we van een boerderijtje in Heemskerk naar Beverwijk. Daar probeerde mijn moeder rond te komen van een kruidenierswinkeltje. Mede door de crisis, die vooraf ging aan de Tweede Wereldoorlog, verdiende zij echter niet genoeg geld om haar gezin van vijf kinderen te onderhouden.

Mijn grootvader had een boerderij in Wormer. Hij besliste kordaat, dat we daar gingen wonen. Niet allemaal; mijn oudste zus was al twintig jaar. Zij moest maar een baantje zoeken, voor dag en nacht, bedisselde opa. En daar was geen speld tussen te krijgen. Mijn moeder heeft er veel verdriet van gehad. Op zondag, om de week, mocht grote zus op bezoek komen op de boerderij, lopend over de Kalverringdijk, maar ze bleef nooit slapen.

In april 1940 werden onze spullen op een boerenkar geladen; achter opa’s paard reden we over de lange Dorpsstraat naar onze nieuwe woonplaats. De overgang was groot, als zesjarige had ik in korte tijd mijn vader verloren en dit was de tweede verhuizing.

We sliepen allemaal op zolder in tweepersoons bedden in de ene hoek. In de andere hoek was de slaapplek van twee ongetrouwde ooms: Toon en Cor. Opa bracht de nacht door in de bedstee van de deftige kamer. Anna, een ongetrouwde tante, in de bedstee daarnaast.
Het was donker op zolder, ’s nachts gingen de luiken dicht en zelfs over de hartjes was zwart papier geplakt. Vaak werden we wakker van alle enge geluiden van de oorlog.

Opa Meijer was zulke jonge kinderen niet gewend en kon niet altijd tegen die druktemakers. We mochten niet praten aan tafel en wee je gebeente als je je bord niet leeg at.

We gingen naar de katholieke meisjesschool in Wormer. In de laatste oorlogsjaren werden de klassen van de jongens- en meisjesschool samengevoegd vanwege het gebrek aan brandstof. Dat vond ik niet leuk, die jongens waren vervelend en brutaal en meester Kramer was in vergelijking met de zusters veel strenger. Daarom was ik een beetje bang van hem. Meester zat bij de Ondergrondse en voerde in het geheim opdrachten uit, hoorden we later. Na de oorlog is hij niet teruggekomen, waarschijnlijk gefusilleerd.

Op school oefenden we voor het luchtalarm, dan kropen we onder de banken en hielden ons doodstil. Truus, mijn grotere zus, was stoerder dan ik. Als ze brutaal en ongehoorzaam was, kreeg ze een pak slaag van opa. Onze neef Kees Meijer, zat bij ons in de klas, die was echt heel stout, maar dat vertelde je natuurlijk niet. Je was geen verklikker.

Lees verder: Deel 2: Daar werd niet over gepraat.

Reacties

1 antwoord

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *