1966
Deel 1: Maar ik heb wel geleefd…
Het verhaal van Rob Boot Door Piet van Berge
Tijdens het evenement “Zaanse pophistorie in de jaren zeventig” in De Fabriek in Zaandam kwam Rob Boot naar mij toe: ”Ik kom bij je zitten, maar ik weet niet wat ik vertellen moet…”. En toen kwam er toch een stroom aan verhalen los.
Met muziek en het geroezemoes van de gasten op de achtergrond begon Rob enthousiast te vertellen: “Ik was 18 jaar toen ik in contact kwam met Cees Siekerman, de zoon van de drogist in Wormerveer. Cees is altijd mijn vriend gebleven. Via Hans Bouwens (bekend als George Baker) ben ik met Cees in contact gekomen en zijn wij samen “The Travelling Singers” begonnen naar voorbeeld van The Everly Brothers. De grootste fans waren de ouders van Cees. Het was een geweldige tijd. De hele familie kwam bij ons kijken, als we boven de zaak zongen”.
“Wij hebben meegedaan aan een talentenjacht van de AVRO. Wij kwamen gelijk in de finale met het liedje Wonderen, dat was een liedje op de melodie van “Ik zag twee beren broodjes smeren”. Maar wij hebben daar een heel andere uitvoering van gemaakt: iets nieuws, terwijl de andere artiesten een beetje bleven hangen in hetzelfde genre. Daarom wonnen wij glansrijk. Daarna moesten wij voor een kampioenschap van alle streken naar Drenthe, maar daar hebben wij het niet gered. Maar er stond wel in de krant, dat de juryuitslag discutabel was. Dat vond ik wel mooi”.
“Ik ben later met Gerrit den Braber in contact gekomen, die wilde mij promoten. Hij vond het liedje Wonderen heel mooi. Maar hij heeft het uitgebracht met een andere groep. Wij kregen dus toen het idee dat hij het van ons had gestolen. Maar even later mocht ik toch van hem een plaat opnemen met Jack Bulterman”.
In 1966 startte Rob samen met Cees de succesvolle beatband The Coopers. Zij hebben toen nog een nummer uitgebracht, dat af en toe op de radio werd gedraaid (Didn’t I). “Ik heb bij de KRO ook wekelijks een muziekprogramma gedaan. Maar ik was een losbol, drank, feesten, vrouwen, het kon niet op. Ik heb een geweldige tijd gehad. Maar als je een avond flink was doorgezakt en de volgende ochtend weer moest zingen in de KRO studio en geen keel meer over had, begon het mij toch op te breken…”.
“Maar ik heb wel geleefd”.
Lees verder: Deel 2: Zo mooi, ik raakte helemaal in trance.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!