1945
Mijn jongste oom: hij heeft gewoon pech gehad.
Het verhaal van Ursulien van Berge-Bakkum Door Ursulien van Berge-Bakkum
Van Heemskerk naar de boerderij van opa in Wormer.
“Mijn oom is in 1934 geboren in Heemskerk. Toen hij zes jaar was, is hij met zijn familie verhuisd naar de boerderij van zijn grootvader in Wormer. Vanaf zijn geboorte was hij een zorgenkindje en daar kwam door de Tweede Wereldoorlog uiteraard weinig verbetering in.
Na de katholieke jongensschool leerde hij op de ambachtsschool voor automonteur/rijwielhersteller. Werk in een garage was geen optie. Er waren weinig auto’s op de weg en aan onderdelen was helemaal niet te komen.
Doorleren bij Eurometaal ging niet door.
Hij wilde graag zijn opleiding vervolgen, bijvoorbeeld op de bedrijfsschool van de Artillerie Inrichting (A.I.) op het Hembrugterrein. Daar was een van de beste bedrijfsscholen van Nederland, vergelijkbaar met die van Philips en Stork.
Bij Eurometaal werden niet alleen wapens en munitie gefabriceerd, maar ook landbouwmachines en heel veel gereedschappen, draai-, frees- en schaafbanken, vlakplaten, boor- en slijpmachines. Veel Zaanse jongens hebben daar een prima opleiding gehad.
Helaas voor mijn oom zat die mogelijkheid er niet in. Op zijn achttiende moest hij op voor militaire dienst, maar door zijn slechte gezondheid werd hij afgekeurd. Hij ging solliciteren en werkte een jaar bij een kachelfabriek in Wormerveer.
De vaardigheden die hij tijdens zijn opleiding had geleerd kon hij niet in praktijk brengen, integendeel. Zijn werk bestond uit het losbikken van de asbestbedekking aan de binnenkant van oude kachels. En dat smerige werk bleek achteraf een levensbedreigende klus.
Aan de slag bij Van Ewijk, de fietsenmaker uit Krommenie.
Gelukkig kon hij aan de slag als fietsenmaker bij Van Ewijk in Krommenie. Zijn hart lag niet echt bij de fietsen, liever sleutelde hij aan brommers en motoren. Maar voor ons grote gezin was zijn baan een uitkomst. Hij heeft veel vervoersproblemen, al dan niet mopperend, voor ons, zijn familie, opgelost. Daardoor was hij in die tijd favoriet.
Zijn grote wens werd vervuld toen hij zelf een motor kon kopen en daar eindeloos aan poetste en sleutelde. Hij maakte fantastische tochten door heel Europa. Het waren de gelukkigste jaren van zijn leven.
Gewoon pech.
Mijn oom verhuisde naar het oosten van het land. De vervoersproblemen die we vroeger in ons gezin hadden, waren toen al ruimschoots opgelost.
Op zijn vijftigste jaar kreeg hij last van kortademigheid, hij moest veel hoesten en klaagde over pijn op zijn borstkas. Zijn longen waren aangetast door het asbest. Hij heeft het nog jarenlang dapper volgehouden. Uiteindelijk is hij aan die verschrikkelijke ziekte bezweken.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!