Servies met een gouden randje

“1955 Ik was nog maar vijf, toen ik het al wist: het servies in de voorkamerkast van mijn grootouders zou later voor mij zijn. Elke zondag ging de kast open en kreeg ik de felbegeerde lolly, maar zag ik ook HET servies. Borden groot en klein, dekschalen en juskommen, voorzien van bloemetjes én gouden randjes. Bewaard door mijn grootmoeder, die het servies tijdens de oorlog kreeg van een handelaar in porselein. Dankzij de restanten van hun kruidenierswinkeltje in de Oranjestraat in Zaandam (tegenover het oude NS station) kwamen zij en mijn grootvader zonder noemenswaardige honger het laatste moeilijke oorlogsjaar door. Anderen deden geen vergeefs beroep op hen.

Het servies werd een herinnering aan de oorlogsjaren en toen ik als kleindochter het ouderlijk huis verliet kreeg ik het eindelijk mee. Van mijn idee dat alles ‘gebruikt moet worden’ ben ik inmiddels afgestapt. De borden bleken niet bestand tegen de vaatwasmachine en de bloemen dreigden te verbleken. Het inmiddels ruim 75 jaar oude servies – goeddeels in ongeschonden staat – staat nu in míjn kast. Die heeft glazen deurtjes en ingebouwde spotjes. Klopt, voor die gouden randjes, maar vooral als herinnering aan mijn bijzondere grootouders”.