2003

Deel 2: Wietske Kingma: Opkomen voor Zaanstad, ook in de Provinciale Staten.

Het verhaal van Wietske Kingma
Door Ursulien van Berge-Bakkum

Als vrouw meer knokken voor je ideeën dan je mannelijke collega’s?
“Als vrouw in de gemeenteraad had je vroeger meer kritiek te verduren. In 1966 was de verhouding 2 man: 1 vrouw. De mannen domineerden. Maar ik behoorde meer tot de progressieven en mijn collega’s tot de meer conservatieven, de meer behoudzuchtigen. Soms dacht ik weleens, moet ik nu ook nog knokken tegen mijn eigen collega’s van de partij? Er komt veel kijken bij je werk als wethouder. Ze vonden, dat ik het goed deed en dat vond ik zelf ook wel. Natuurlijk kleven er ook bezwaren aan. Je kreeg alleen presentiegeld. Je huwelijk gaat niet voor niets kapot. En toch heb ik het niet willen missen.

Samenvoeging van de Zaanse gemeenten tot Zaanstad.
Het Ontwikkelingschap naar de samenvoeging van de Zaangemeenten en alle besluiten die daarbinnen genomen moesten worden, waren een harde dobber. De plek waar het centrum van Zaanstad moest komen werd bepaald ergens midden in de Zaanstreek: op het latere Bannehof. Dit besluit is inmiddels achterhaald, het gemeentehuis in Zaandijk is afgebroken en het centrum van Zaanstad is Zaandam geworden, de geschiedenis heeft zichzelf ingehaald. Nu is het Guisveld, na een lang gevecht tegen de ‘Ze-doen-maar-mentaliteit’, uitgeroepen tot een natura-2000 gebied.

Het milieu.
Eerder, in 1968 heb ik mij heftig verzet tegen de aanvallen op ons milieu. Er was toestemming gevraagd om een zwavelkoolstoffabriek te bouwen op de zuidoever van het Noordzeekanaal, gemeente Amsterdam. Dat was tegenover Westzaan. Het Franse bedrijf Progil zou daar gaan bouwen. Tijdens dit protest kwam mijn kennis van de Franse taal heel goed van pas.

In 1970 was men van plan in Kalkar een snellekweekreactor te bouwen, ik protesteerde, samen met vele anderen door te weigeren 3% van mijn elektriciteitsrekening te betalen. En deze protesten hebben succes gehad. Ik ben nooit een bangerd geweest.

Het grootste waterschap van Nederland.
In 1977 was ik lid van de Provinciale Staten en hoofdingeland van Uitwaterende Sluizen. Het werken met water heeft mijn volle aandacht gehad. De combinatie burgerhuishouding-waterhuishouding vond ik ideaal. Vanuit de gemeenten werd daar niet altijd serieus naar gekeken. Er was in die tijd niet veel wateroverlast. Maar dat veranderde in de negentiger jaren. Prins Willem-Alexander ging zich op aanraden van Prins Claus, (‘Water, daar zullen nog wel eens oorlogen voor worden gevoerd’), met het waterbeheer bemoeien. Sinds 2003 waren wij het grootste waterschap van Nederland. Waterbeheer is heel belangrijk geworden. Ook de kiezers voor de Provinciale Staten moeten zich dat realiseren. Voor de democratie is dat wel zo prettig.
Mijn werk bij het Hoogheemraadschap heb ik ervaren als een fantastische periode, waarin ik met veel plezier en enthousiasme mocht meebesturen. Na meer dan 25 jaar stopte ik vanwege de aangekondigde fusie en stelde ik me niet meer kandidaat, wel met pijn in mijn hart.”

Lees verder: Deel 3: Wietske Kingma: Zorg voor het milieu.

Reacties

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *