1969

Als je de weg niet kent, moet je vragen.

Het verhaal van Anoniem
Door Heleen van Waarden

“Als je de weg niet kent, moet je vragen.

Als je niet vraagt kom je niet op het juiste adres”

zegt een Marokkaans spreekwoord.

 

Het is de rode draad, die door het verhaal loopt dat mijn gesprekspartner me vertelt. Zijn vader had gewerkt in Franse mijnen; daarna in een jamfabriek in Roosendaal. Vanaf 1969 werkte hij in de Zaanstreek bij Cacao de Zaan.

Eens in de twee jaar ging hij voor twee maanden terug naar Marokko. Pas in 1991 kwam zijn gezin over. Voor een jongen van ruim veertien is het moeilijk in een heel ander land! Echt álle dingen die je gewend bent zijn anders: buitenspelen, de school en vooral de taal en dat je geen vrienden meer hebt.

Mijn gesprekspartner ging naar wat toen heette de Internationale Schakelklas (ISK) en na De Nieuwe Vaart naar het Regiocollege om daar Facilitaire Zaken te studeren. Maar eigenlijk wilde hij terug naar Marokko. Veel positiefs zag hij niet in Nederland, het was er saai, vond hij. Alleen, teruggaan kon niet. Zijn vader maakte hem dat goed duidelijk. Hij besloot te gaan zoeken naar dingen die hem zouden helpen om op een positieve manier naar zijn situatie te kijken.

Muziek en voetbal zijn de twee rode draden.
Er waren twee dingen waar hij van hield: muziek en voetbal. Daar ging hij wat mee doen. Hij benaderde klasgenoten die ook van muziek hielden en zij vormden een bandje. Repetitieruimte kregen ze bij buurthuis De Exter. Een Marokkaanse zanger die plezier had in het enthousiasme van de jongens, gaf ze muziekles. De band trad voor het eerst op tijdens een feest op het Regiocollege. Dat was heel spannend voor ze, maar het was een succes! Zó’n succes dat er daarna veel vaker werd opgetreden, op het laatst zelfs door heel Nederland!

Ook bij het voetballen zocht hij naar mogelijkheden. In Marokko voetbalde je op asfalt of zand, in Nederland kon het echt op gras, dat leek hem heerlijk. Maar zijn vader zei: ”We zijn hier om te werken en niet om tijd te verspillen”, dus lid worden van een vereniging mocht niet. Dan maar binnen voetballen! In 1998 vond hij in Uitgeest een zaaltje waar dat kon. Elke week werd daar met vrienden gevoetbald, hij haalde ze zelf op met zijn busje: “kom ook voetballen, ik haal je woensdag op en breng je thuis…” Zo zorgde hij, dat er een vriendengroep ontstond.

Dat voetballen daar gebeurt nu nog steeds, met oude vrienden van de eerste jaren en de kleine jongens van toen doen nu ook nog mee! Het voetbal is nog altijd een belangrijke zaak, naast een drukke baan. Samen met iemand anders werd een voetbalschool opgericht, waar jongens leren goed voetballen en hun talent ontwikkelen. Ook zijn eigen kinderen doen daaraan mee.

Dat heeft zijn hart: jongeren leren wat hijzelf ervaren heeft: de positieve kant zoeken, erop afstappen, “de weg vragen”, en er dan ook helemaal voor gaan. “Daar word je” zegt hij, “uiteindelijk beter van in alle opzichten”.

Reacties

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *