1940

Deel 3: Met de fiets de boeren af om aan eten te komen.

Het verhaal van An Kleijn-Timmerman
Door Peta Steenis

“In de oorlog waren er geen stoffen te koop. Mensen hadden nog lappen, kinderkleertjes of kleding van overleden familieleden die uit elkaar gehaald en gewassen werden. Daar maakte ik dan weer kleertjes van voor de kinderen van mijn zus, maar ook voor anderen. Daar hoefde ik niets voor te vangen, hoor.

Met de fiets ging ik de boeren af om eten te kopen of te ruilen tegen bijv. hand- of theedoeken. Soms wilden ze wel en soms niet, dan had je pech en dan ging je maar weer verder.  Ja, zei die ene boer: “Als je met me naar bed gaat”. Daar had ik mooi geen zin in. Er waren ook vrouwen met kinderen, wat doe je dan als je geen eten had? Sommigen haalden spreien uit en breidden daar babykleertjes van en ruilden die voor eten. Mijn fiets had eerst waterslangbanden en daarna houten banden, een verschrikking om op te fietsen.

Ik was een keer met ’n knaap naar de Beemster geweest om aardappelen en groenten te halen, dat lukte meestal wel. Op de terugweg werden we gewaarschuwd, dat er bij het Heerenhuis gecontroleerd werd. Die knaap werd bang om opgepakt te worden, draaide om en bracht zijn spullen terug naar de boer. Ik was dwars en ben alleen doorgefietst. Bij de brug bleken er inmiddels geen Duitsers meer te zijn. Mijn moeder was blij dat we weer een week vooruit konden.

Ik haalde niet alleen voor mijn ouders eten, maar ook voor mijn zus met haar 5 kinderen. Zij had dikke benen van de hongeroedeem, daarom hebben we twee van haar kinderen ondergebracht in Friesland en Gelderland en haar baby mee naar Zaandam genomen.

Op een keer fietste ik op de Westzijde en kwam er een Duitser naast me fietsen, een jongen van een jaar of achttien, negentien, van mijn leeftijd, van de Vinkenstraat tot aan de gasfabriek. Hij huilde en vertelde dat hij de volgende dag naar Rusland moest. Daar kwamen ze nooit meer vandaan hoorde ik van een nicht die met een Duitser getrouwd was. Mijn aanstaande man Cees schrok ervan toen ie het hoorde: “straks zien ze je nog als een moffenhoer”.

Cees werkte in de winkel van zijn familie, muziekhandel Kleijn op de Gedempte Gracht 88. In januari 1945 zijn we getrouwd.

Kijk, dat schilderij boven mijn bed is door mijn schoonvader gemaakt, waarschijnlijk naar het idee van Claude Monet. Het hele panorama van de Bernhardbrug tot aan de Prins Hendrikkade.

Zuiddijk, met het stadhuis en de Oostzijderkerk. Geschilderd door Kleijn

 

 

 

 

 

 

 

 

Tijdens de bevrijding was het groot feest in Zaandam. Ik ging verkleed als kapitein met mijn vaders jasje en pet en een witte broek van mijn schoonvader. We zagen de Canadezen Zaandam binnenkomen en voerden soms hele gesprekken in half Engels/Nederlands”.

Reacties

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *