1948
Deel 4: Met drie kinderen op de fiets naar Zaandam. Dat was nog eens ‘op de kleintjes letten’.
Het verhaal van Roelie Govers-Schaafsma Door Ursulien van Berge-Bakkum
“1948. Ik woonde in Amstelveen. Amstelveen was een eenvoudig dorp, omringd door landerijen. Groente haalden we bij de boer op het land. Een keer per week gingen we naar het badhuis. Overal was armoe. De tweede wereldoorlog was net voorbij, er waren nog een heleboel spullen op de bon. Ik was een grietje van 21, werkte op kantoor en verdiende 50 gulden in de maand.
Mijn verloofde werkte bij Van Amerongen; dat was een grote kruidenier uit het midden van ons land met 92 winkels. Het bedrijf werd overgenomen door Albert Heijn.
Hij moest solliciteren bij zijn nieuwe werkgever en werd verkoopleider van een aantal winkels. Zijn standplaats was het kantoor aan de Westzijde in Zaandam. Albert Heijn junior kwam toevallig op dezelfde dag in dienst. We noemden hem ‘Jonge Ap’.
In de loop van de tijd bleek, dat mijn man en Albert heel goed met elkaar konden opschieten. Een enkele keer bezochten wij Albert. Hij woonde toen in een kasteeltje in Engeland.
Na ons trouwen woonden we in, bij mijn schoonouders en via een Driehoeks ruil kwamen we terecht in een huis aan de Leliestraat in Koog Bloemwijk. In het begin van mijn huwelijk werkte ik nog. Mijn schoonouders steunden me zoveel mogelijk. Ik was meteen met kinderen geschopt en de enige twee dingen waar ik goed in was, waren pianospelen en lezen. Tussen haakjes: en dat is altijd zo gebleven.
In de Leliestraat waren twee winkels: een melkwinkel en een prachtige hoedenzaak. En verder kwam iedereen langs de deur. Een pakje thee kostte 28 cent, margarine was 26 cent. De roomboter was heel duur, nu is dat andersom.
Mijn man had een beetje moeite om aan de Zaankanters te wennen; ik eigenlijk helemaal niet. Ze waren best familiair, hun antwoorden waren meestal recht voo zijn raap en hartelijk.
In Koog aan de Zaan heb ik een fantastische tijd gehad. Na de geboorte van ons eerste kind, gingen mijn schoonouders terug naar hun eigen huis. Het tweede en derde kind volgden snel. Met een kind voorop, een achterop en een in mijn buik fietste ik gewoon naar Zaandam. Ik was best sterk in die tijd.
Na tien jaar Zaanstreek, we verwachtten ons vijfde kind, verhuisden we naar een groter huis in Driehuis. Mijn man bleef bij Appie op de kleintjes letten.”
Lees verder: Deel 5: Albert Heijn en het wonder van de Liebherr koelkasten van de PMC-club.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!