1943
Deel 2: Oorlogsherinneringen: Bijna gesnapt bij een razzia.
Het verhaal van Hans Bax Door Ursulien van Berge-Bakkum
“Doorvragen bij moeder hielp niet. Als er iets in huis gebeurde wat ik niet begreep, als ik vroeg waarom er ineens een onbekend iemand bij ons in huis was, wist ze daarover eigenlijk niets te vertellen. Zelf wist ze des te meer, bleek ons na de oorlog, toen ze geen blad meer voor de mond hoefde te nemen.
Het kwam erop neer, dat ze meteen na de meidagen begreep hoe de vork aan de steel zat. Daarom verborg ze in ons grote huis, waarin de artsenpraktijk van mijn vader gevestigd was, mensen waar de Duitsers naar op zoek waren. Joodse onderduikers en ‘illegalen’ zoals jongens die voor de Arbeitseinsatz opgepakt moesten worden. Als het hele huis ineens erg naar lysol rook kwam er even later een razzia door Duitse soldaten, die het huis doorzochten. Pas na de oorlog vertelden onze ouders, dat ze van het verzet wisten dat de razzia zou komen. De lysol, in artsenpraktijken veel gebruikt voor ontsmetting, diende om eventuele Duitse herdershonden om de tuin te leiden.
Ikzelf begreep niet wat er aan de aan de hand was. Mijn moeder legde nooit wat uit, anders zou ik als kind buitenshuis opscheppen over ‘geheime bergplaatsen’ op zolder of achter de kelders.
Eén keer was het bijna raak; bij een grote razzia stonden er ineens soldaten in huis. Ze vroegen mijn ouders iets en ik was er als de kippen bij, want alles was weer erg interessant. Toen ze vroegen of er zoiets als ‘joeden’ in huis waren, antwoordden mijn ouders ontkennend. Niettemin gingen de soldaten met hun prachtige geweren door het hele huis. Ze kwamen weer terug bij de voordeur en ik, die er bij stond, begreep dat ze ‘niechts gefoenden’ hadden.
Dit vond ik mijn kans voor een duit in het zakje. ‘Maar ze hebben niet achter het houten schot in de kelder gekeken,’ bracht ik te berde. Ik had immers goed opgelet! Onmiddellijk kreeg ik een enorme oorvijg van mijn moeder en omdat ze zoiets nooit deed, begon ik luidkeels te huilen. Iedereen was meteen heel tevreden, ook de Duitse soldaten zag ik.
Pas na de oorlog vertelde mijn moeder wat er gebeurd was of, liever bijna gebeurd was. Als de Duitsers begrepen hadden wat ik zei, was alles verloren en waren de Joodse mensen en illegalen gevonden en weggevoerd, meteen met ons hele gezin erbij. Gelukkig hadden ze mij niet begrepen, maar mijn moeder vond ik op dat moment heel gemeen.
Ik had toch immers goed opgelet.”
Lees verder: Deel 3: Oorlogsherinneringen: Befehl ist befehl!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!